augustus 2015
Zodra de wijnstok in bloei staat, is het belangrijk dat de wijnboer aan “canopy management” (blad management) doet. De druivenstok stopt veel energie in zijn groei, en als een wijnboer niet oppast gaat alle energie naar de groei van lange loten met blad en niet naar de rijping van de druiven. De wijnboer zal deze loten daarom op een gegeven moment afknippen. Hoeveel een wijnboer aan blad laat zitten wordt vooral ingegeven door het klimaat en de plantdichtheid.
Klimaat
Blad en zonlicht zijn beide belangrijk
voor de fotosynthese, het proces dat CO2 omzet in zuurstof en suikers.
Meer blad betekent meer fotosynthese en daarmee een hogere
suikerproductie. Meer zonlicht idem dito. In een licht en warm gebied is
er veel zonlicht. Als er dan veel blad aan de wijnstok zit, is de
suikerproductie te hoog. Er kan dus worden volstaan met minder blad. In
een minder licht en koeler gebied laat de wijnboer juist meer blad aan
de plant zitten, om voldoende suikers aan te laten maken.
Tegelijkertijd is in een warm klimaat genoeg blad (= schaduw) nodig om uitdroging van de druiven en hittestress (zonnebrand) te voorkomen. En in een gematigd wijngebied heeft schaduw juist weer een ongunstig effect op de rijping van de druiven.
Plantdichtheid
Als er minder stokken op een
hectare staan, hangen er aan elke wijnstok meer druiventrossen. De plant
heeft voor deze druiventrossen meer suiker en dus meer blad nodig. Bij
een hoge plantdichtheid geldt het omgekeerde.
Je merkt, de hoeveelheid blad luistert nauw! Wijnschrijfster Jancis Robinson zegt niet voor niets in haar BBC Wine Course: “Canopy management is all about sculpting the vine into the most efficient grape factory.”
Terug naar wijnweetjes