Onze neus

februari 2016

Onze neus, of beter gezegd het reukorgaan in onze neus. speelt een belangrijke rol in de beleving van een wijn. We nemen geuren van de wijn waar als we onze neus in het glas steken en als de wijn zich in onze mond bevindt. Achter in de keel is er namelijk een verbinding naar de neus en daardoor proeven we niet alleen de basissmaken zoet, zuur, zout, bitter en umami, maar ook de zogenaamde “arômes de bouche”. We nemen waar dat iets naar bijvoorbeeld aardbei smaakt of naar mango. Denk maar eens terug aan een verkoudheid, je neemt dan veel minder “smaak” waar.

In onze taal zijn er helaas weinig woorden om geuren te beschrijven. We kunnen zeggen dat iets ‘naar koffie’ ruikt, maar hoe dat dan precies ruikt, is moeilijk onder woorden te brengen. Daar hebben we nauwelijks of geen abstracte woorden voor, zoals we die wel voor kleuren hebben.

Bij het wijnproeven zullen we vooral refereren aan “dat ruikt naar”, “dat doet me denken aan”. Veel wijndrinkers zijn niet zeker van zichzelf als ze geuren of smaken van een wijn moeten benoemen, maar als je zegt dat de wijn je ergens aan doet denken, zit je nooit fout.

En nog een feit op basis waarvan je je schroom t.a.v. het wijnproeven kunt laten varen: wijnprofessionals blijken niet beter te ruiken dan leken. Ze hebben alleen een geurbibliotheek opgebouwd waar ze uit putten en ze hebben zich een vocabulaire eigen gemaakt. Laat je dus niet intimideren.

Terug naar wijnweetjes