april 2016
In december 2015 besteedde de Keuringsdienst van Waarde een uitzending aan stoffen die mogen worden toegevoegd aan wijn. Helaas werd er gesuggereerd dat er te pas en te onpas van alles wordt toegevoegd. Maar er bestaat in Europa strenge regelgeving over wat er wel en niet mag bij de productie van wijn.
Zo mag er in noordelijke gebieden, als het niet zonnig genoeg is geweest, vóór de gisting riet- of bietsuiker worden toegevoegd aan de most, om toch voldoende alcohol te krijgen. Dit heet chaptalisatie. In het zuiden is het juist weer toegestaan om zuren toe te voegen, als door intens warme zomers de natuurlijke zuren in de druif te veel zijn afgebouwd. Het uiteindelijke doel: er voor zorgen dat er een lekkere wijn wordt gemaakt.
Veganisten maken zich zorgen over dierlijke stoffen die in een wijn zouden kunnen voorkomen. Gelatine, vislijm of eiwit kan worden gebruikt voor het klaren van de wijn, het helder maken. Want na de gisting en rijping zweven er nog allerlei deeltjes rond in de wijn (restanten van druivenschillen, gistcellen). Het klaringsmiddel hecht zich aan de rondzwevende deeltjes, wordt zwaarder en zakt naar de bodem. Een goed alternatief is bentoniet, een kleisoort, dat hetzelfde effect heeft. Let wel: deze klaringsmiddelen blijven niet achter in de wijn.
Waarom staan de additieven niet als ingrediënt op het etiket? Da’s een terechte vraag, en misschien moet het er gewoon van gaan komen. De interpretatie ervan vergt echter een behoorlijke kennis om het op waarde te kunnen schatten. En die ontbreekt vaak. Maar tegelijkertijd zal het wijnboeren dwingen om zo min mogelijk additieven te gebruiken, en dat kan geen kwaad.
Meer weten? Kijk naar de uitzending op de website van Keuringsdienst van Waarde en lees vooral het artikel van Jan Oudevoshaar, waarnaar op deze webpagina wordt gelinkt.
Terug naar wijnweetjes