december 2016
Wat is een bubbel toch een feestelijke drank. Of het nu Champagne, Cava of Prosecco is. Die sierlijke sliertjes die onderin het glas ontstaan, de heerlijke geur en smaak, de aangename mousse. Het is en blijft dé drank bij uitstek om het nieuwe jaar in te luiden!
Weet je hoe de bubbels ontstaan? De wijnboeren maken eerst een zogenaamde basiswijn. In het geval van Cava en Champagne wordt deze basiswijn gebotteld en wordt aan iedere fles een mengsel van in wijn opgeloste gist en suiker (vaak rietsuiker) toegevoegd, eventueel met wat citroenzuur. Dit mengsel heet “liqueur de tirage”. Door de toevoeging van suiker en gist start een tweede gisting, de “prise de mousse”. Deze gisting voegt naast alcohol (circa 1,2%) ook koolzuur toe. De gistcellen zakken naar de bodem en vormen bezinksel. Door de wijn lange tijd op deze gistcellen te laten liggen, ontstaan complexe aroma’s. Hoe duurder de bubbel, hoe langer deze over het algemeen in de wijnkelder heeft gelegen. Als de wijnboer vindt dat de bubbel klaar is, moet eerst het bezinksel er nog uit gehaald worden. Dit lukt door het bezinksel naar de hals van de fles te loodsen, dit deel te bevriezen, de fles te openen zodat het bevroren gedeelte eruit schiet door de ontstane druk. Er wordt een liqueur d’expédition toegevoegd, om de wijn weer aan te vullen. De Champagnekurk gaat er in en klaar is de bubbel. Deze methode heet de méthode traditionnelle.
De betere prosecco wordt gemaakt volgens de méthode Charmat. De tweede gisting gebeurt in een gesloten druktank. Ook deze gisting wordt op gang gebracht door gist en suiker aan de wijn toe te voegen. Het door die gisting geproduceerde koolzuurgas lost op in de wijn. Door het veel grotere volume van de tank, verloopt deze tweede gisting veel sneller dan bij de méthode traditionnelle. Er is geen rijping op de gistcellen. Daarom zijn de meeste prosecco’s minder complex dan Cava’s of Champagnes.
Ook Biowijnclub heeft diverse bubbels in het assortiment.
Terug naar wijnweetjes